Winterlandschappen

Wanneer de herfst op z’n eind loopt kijkt elk natuur- en landschapsfotograaf reikhalzend uit naar de eerste winterprik. Het is wachten tot wanneer vorst of een laagje sneeuw het landschap in een wit kleedje hullen. Zo’n momenten duren hier bij ons meestal niet zo lang, probeer ze dus optimaal te benutten. De volgende tips helpen je alvast op weg.

Winterse zonsopgang in de Avelgemse scheldemeersen

Wanneer enkele najaarsstormen de laatste bladeren van de bomen blazen en voorgoed een einde aan de herfst maken, breekt er voor de landschapsfotograaf een periode aan waarin weinig te beleven valt. Het landschap blijft kaal en kleurloos achter en de fotografische mogelijkheden zijn beperkt. Door de gematigde breedteligging van ons land, de invloed van de warme Golfstroom en de heersende zuidwestenwind, zijn strenge winters hier eerder een uitzondering. Het is wachten tot wanneer koele Arctische lucht, die lagere temperaturen met zich meebrengt, in onze richting wordt geblazen. Eens de eerste vorst of sneeuw het kale landschap omtovert in een winterwonderland, is het alle hens aan dek.

Voorbereiding

Om die mooie wintermomenten optimaal te benutten, ga je best vooraf op verkenning. Ga op zoek naar mooie locaties bij jou in de buurt. Wanneer een dik pak sneeuw gevallen is, heeft het geen zin om vele kilometers ver te rijden. Door in de nabije omgeving te fotograferen bespaar je niet alleen veel tijd en ellende op de weg; je kent de streek ook als de beste en weet de mooiste hoekjes ongetwijfeld snel te vinden. Ga vooraf reeds op verkenning en zoek de beste plekjes uit. Voorbereidingen zoals dit doe je meestal overdag of bij slecht weer, wanneer het licht en de omstandigheden minder geschikt zijn voor fotografie. De moeilijkheid ligt hem in het leren inschatten van het potentieel van het landschap. Uiteraard zie je tijdens de verkenningsronde het landschap niet op het beste moment. Je moet dus leren zien hoe een laagje sneeuw, zacht ochtendlicht en een mooie wolkenlucht het landschap kunnen omtoveren en voor extra sfeer zorgen. Tijdens de voorbereiding verken je niet alleen de mogelijkheden van het landschap, je denkt ook na over composities en probeert je in te beelden hoe de foto eruit zal zien in winterse omstandigheden.

Winters Damme

Rijp

Wanneer het vriest en er veel vochtigheid in de lucht hangt, ontstaat er rijp. Bomen, struiken en andere vegetatie worden op dat moment in een laagje ijs gehuld, waardoor het landschap er eensklaps adembenemend gaat uitzien. Zo'n momenten zijn uniek en duren vaak niet zo lang. Wat zon of een zuchtje wind en de bomen zijn zo weer kaal. Ga daarom vooraf op zoek naar locaties waar je veel bomen en struiken vindt, zodat je ’s morgensvroeg meteen op de juiste locatie staat. Hoe je aanvriezende mist en rijp kunt voorspellen wordt dadelijk uitgelegd.

Ook in de buurt van water valt na strenge vorst heel wat te beleven. Ga op zoek naar meren, vijvers, rivierarmen of vennen bij jou in de buurt. Het water bevriest en overal zijn interessante structuren en patronen in het ijs terug te vinden. Deze structuren breng je best op een abstracte manier in beeld. Zorg ervoor dat het onderwerp onherkenbaar wordt en besteed bijzonder aandacht aan de compositie, want daarmee staat of valt het beeld. Als er ook wat bomen of struiken rond het water staan, dan zijn er ongetwijfeld afgevallen bladeren te vinden die ingevroren in het ijs tot leuke resultaten zullen leiden.

Wie graag minimalistische landschappen fotografeert zal zich bij sneeuw ongetwijfeld vermaken. Een eenzame boom in een desolaat wit landschap doet het meestal goed. Je kunt dus vooraf enkele vrijstaande bomen gaan uitzoeken. Maak hierbij gebruik van een topografische kaart om deze locaties aan te duiden of houd de gps-coördinaten bij. Bovendien kan je in tal van beeldbewerking software je favoriete plekjes bijhouden via diezelfde gps-coördinaten. Je zou bijvoorbeeld een verzameling kunnen bijhouden van foto's die je nog moet "maken bij sneeuw".

Tijdig uit bed

Omdat de zon in de winterperiode pas om half negen opkomt, heb je geen excuus om niet als eerste dat maagdelijk witte landschap te betreden en te fotograferen. Zet de wekker dus ruim voor zonsopkomst en zorg dat je tijdig aanwezig bent. Een uurtje vooraleer de zon op komt is ideaal, want dan kan je ook nog genieten van het blauwe uurtje dat eraan vooraf gaat. Bij sneeuw is dat moment soms erg mooi, want vaak ontstaan in de lucht bij erg koud weer mooie zachte blauwe en roze pasteltinten net boven de horizon. In combinatie met het witte landschap levert dit steevast mooie foto’s op.

Probeer je kalmte te bewaren wanneer licht en omstandigheden plots interessant worden. Die momenten kunnen vaak overweldigend zijn en dan heb je de neiging om gejaagd te werk te gaan en van de ene naar de andere kant te hollen. Probeer je te concentreren op één foto en neem hiervoor voldoende tijd. Je maakt beter één of twee goeie foto's dan een vijftal beelden die eigenlijk niet perfect zijn. Maak bovendien ook telkens meerdere opnames van datzelfde beeld en stop niet na één foto. Zo heb je voldoende variatie in compositie en camera instellingen.

Kerk van Avelgem in mistig winterlandschap

Mist

’s Morgens of ’s avonds kan bij open hemel ook vaak een laagje grondmist boven de sneeuw ontstaan. Gecombineerd met de opgaande of ondergaande zon levert dit erg fraaie resultaten op. Die mist ontstaat omdat de temperatuur net boven de grond het snelst afkoelt en er daar eerst mist gevormd wordt. Ook bij dooi kan mist ontstaan boven een sneeuwlaag, omdat de zachtere lucht dan in contact komt met het koudere sneeuwoppervlak.

Mist ontstaat wanneer de luchttemperatuur in de buurt komt van de dauwpunttemperatuur en de luchtvochtigheid stijgt. Er ontstaat condensatie die zich vasthecht aan kleine minuscule deeltjes in de lucht. Om mist te voorspellen raadpleeg je het dauwpunt en kijk je of de voorspellingen voor de temperatuur in de buurt komen van dat dauwpunt. Als dat gebeurt ontstaat mist. Het dauwpunt voor een locatie bij jou in de buurt kan je raadplegen op tal van websites, zoals bv. www.kmi.be of via apps zoals WeatherPro of AccuWeather. Als het dauwpunt onder het vriespunt ligt, ontstaat er aanvriezende mist of rijp.

Belichting & histogram

Wanneer je sneeuw fotografeert is het belangrijk dat je de belichting van de camera goed in het oog houdt. Eigenlijk probeert de camera alles wat je fotografeert als een middentoon of 18% grijs weer te geven. De camera heeft dus de neiging om die sneeuw te gaan onderbelichten, zodat die grauw en grijs overkomt. Een vaak voorkomende fout die je absoluut moet proberen te vermijden. Raadpleeg dus de belichting van de camera en kijk of het histogram niet teveel in het midden staat. Vaak zal je 1 à 2 stops moeten overbelichten om het histogram naar rechts te verschuiven en de sneeuw goed te belichten zodat die mooi wit is. Dat doe je door een positieve belichtingscompensatie in te stellen als je in diafragmavoorkeur werkt of een langere sluitertijd te kiezen wanneer je volledig manueel fotografeert. Er zijn uiteraard ook uitzonderingen op de regel: bij fel zonlicht heeft sneeuw eerder de neiging uit te branden. In die gevallen moet je uiteraard niet nog meer overbelichten. Raadpleeg opnieuw het histogram en vermijd dat het histogram aan de rechterkant raakt, waardoor er geen detail meer zichtbaar zou zijn in de hooglichten. Als aanvulling op het histogram kan je ook de waarschuwing voor hooglichten activeren. Overbelichte delen in de foto zullen dan gaan flikkeren.

Het is trouwens een goede techniek om de foto in het veld zo licht mogelijk te maken, zonder detail in de hooglichten te verliezen. Deze techniek wordt ook wel 'expose to the right' genoemd en garandeert de beste kwaliteit met de beste signaalruilverhouding. Dit resulteert in een histogram dat dicht tegen de rechterkant zit en een foto die de maximale hoeveelheid licht heeft opgeslagen met de minste ruis in de donkere delen. Opgelet: deze techniek geldt eigenlijk enkel voor RAW beelden en achteraf zal je in het beeldbewerkingsprogramma de foto meestal terug wat donkerder en contrastrijker moeten maken

Langemeersen in de sneeuw

Witbalans

Naast de belichting moet ook de witbalans goed zitten. Wanneer je sneeuw fotografeert in bewolkte omstandigheden of bij erg zonnig weer dan zal de foto vaak blauw overkomen. Zet daarom de witbalans op bewolkt om die blauwe kleur te compenseren. Wie in RAW fotografeert kan de witbalans achteraf heel eenvoudig instellen in het RAW-bewerkingsprogramma, zonder dat dit negatieve gevolgen heeft op de kwaliteit van de foto. Bewerkingen op een RAW bestand gebeuren immers niet op de foto zelf, maar in een apart bestand die de bewerkingen op de foto bijhoudt. De witbalans correct instellen doe je door met het “pipetje” op een wit punt in de foto te klikken.

Compositie

Zorg bij het fotograferen van sneeuwlandschappen altijd voor een aandachtspunt en maak gebruik van voorgrondelementen en lijnen om de foto diepte te geven. Enkele weidepaaltjes die scherp contrasteren met het witte landschap, een waterloop of een beekje dat door het landschap kronkelt of door wind gevormde structuren in de sneeuw kunnen allemaal dienen als voorgrond. Ze nodigen de kijker uit om in het beeld te stappen en geven de foto diepte en dynamiek. Wanneer je dergelijke elementen in de voorgrond plaatst, zorg er dan voor dat ze niet te dominant worden, want dan krijg je net het omgekeerde effect en blokkeer je de blik van de kijker.

Besteed ook aandacht aan de verhoudingen in het beeld. Vermijd het belangrijkste onderwerp steeds in het midden te plaatsen: maak gebruik van de gulden snede en plaats horizon of onderwerp op 1/3 of 2/3 van de hoogte en de breedte van het beeld.

Fotografeer zowel in portret als in landschap. In de landschapsstand krijg je een weids gevoel, terwijl je met de portretstand vaak meer diepte kunt creëren. Je hoeft bovendien ook niet altijd het volledige landschap te laten zien; door gebruik te maken van de telelens kan je ook details in het landschap fotograferen. Dat kan je bijvoorbeeld doen wanneer de lucht grijs is en weinig structuur bevat, want op zo’n moment laat je de lucht misschien beter volledig weg.

Gebruik de live view functie bij het evalueren van de compositie, zeker wanneer de zoeker van de camera niet het volledige beeld toont. Bestudeer het beeld grondig, let op de randen en zorg ervoor dat alle elementen in de foto goed en evenwichtig gepositioneerd zijn.

Rij knotwilgen in de Keuzemeersen

Minimalistische landschappen

Houd de foto’s rustig. Dat is meestal niet zo moeilijk, want sneeuw verbergt veel van de chaos in het landschap. Het landschap wordt monochroom, storende elementen verdwijnen en overal duiken minimalistische foto's op. Zie het dus niet te weids en ga op zoek naar eenvoud en soberheid. Een eenzaam huisje, een koe of enkele bomen lenen zich perfect voor dit soort foto’s. Knotwilgen in het bijzonder zijn erg fotogeniek. Hun donkere bast en hun vaak verweerde vorm contrasteren mooi met de maagdelijk witte sneeuw. Door extra lege ruimte rondom het onderwerp te voorzien benadruk je het desolate gevoel en krijgt het onderwerp alle aandacht. Zorg ervoor dat er geen storende elementen opduiken waardoor de kijker afgeleid zou kunnen worden.

Dergelijke minimalistische landschappen lenen zich ook perfect voor een zwart-witconversie achteraf. Sneeuwlandschappen zijn van zichzelf al vrij monochroom: je hoeft dus achteraf eigenlijk enkel wat contrast toe te voegen om de foto’s wat meer te laten spreken.

Conclusie

Hoewel een stevige winterprik voor de meeste mensen snel voorbij mag zijn, kan die voor een landschapsfotograaf meestal niet lang genoeg duren. Om die winterse momenten optimaal te benutten ga je best vooraf op verkenning, zodat je al een goed idee hebt waar je naartoe kan als rijp of sneeuw het landschap omtoveren in een sprookjestafereel. Weten wat je wilt fotograferen is dus essentieel: zo vermijd je doelloos rond te wandelen en kan je meteen aan de slag. Besteed aandacht aan de belichting en de witbalans, want vaak zal de camera de sneeuw te grijs en te blauw weergeven. Ga op zoek naar spannende composities, minimalistische landschappen of details op het plattenland, in de buurt van water of in het bos. Geniet van de omgeving en de mooie foto’s zullen ongetwijfeld volgen.

 Tips voor winterlandschappen: 

  • Let op de belichting. In normale omstandigheden zal je vaak 1 à 2 stops moeten overbelichten om een correct belichte foto over te houden.
  • Stel de witbalans in op bewolkt of corrigeer die achteraf in het RAW-bewerkingsprogramma.
  • Omwille van de koude temperaturen zullen batterijen minder lang mee gaan. Neem dus extra batterijen mee en houd ze warm door ze in je broek- of binnenzak te steken.
  • Vermijd condens op je lens en camera wanneer je terug binnen bent. Zet de cameratas in een niet te warme ruimte en open de rits zodat het vocht eruit kan. Laat de tas voor de rest dicht en laat het materiaal rustig acclimatiseren.
  • Let op je voetstappen. Denk goed na waar je stapt, want misschien verknoei je wel “de shot”.
  • Kleed je voldoende aan, als je het koud hebt zal je niet het beste van jezelf kunnen geven. Een muts, sjaal en handschoenen zijn geen overbodige luxe.
Share: